CONDITIONAL SENTENCES (VOORWAARDELIJKE ZINNEN)
Bekijk hieronder tot op welk niveau je de uitleg zou moeten bekijken...
|
LINKS Ga naar alle verschillende soorten oefeningen over dit grammatica-onderwerp |
A1
A1
A1+
A1+
A2
A2
A2+
Conditional Sentences zijn zinnen die bestaan uit een "als..." gedeelte (de "if clause") en een "dan..." gedeelte (de hoofdzin). De uiteindelijke betekenis van de zin hangt af van de grammaticale tijd die je gebruikt. De eerste is de zogenaamde "zero-conditional", die ook "Type 0" wordt genoemd. De anderen worden, for some reason, met Romeinse cijfers genummerd.
Type 0 - iets is over het algemeen of altijd waar
Structuur: If... + present simple (o.t.t.) ..., present simple (o.t.t.)
If you need our help, just call us
If you go that country, you need a passport
If you add 2 and 2, you get 4
Type I - mogelijke en waarschijnlijke situaties en hun gevolgen, in de toekomst
Structuur: If... + present simple (o.t.t.) ..., will/won't + infinitief
If you walk past that tiger, it will attack you
If you try to walk through a door that is closed, you will hurt your nose
B1
Type II - denkbeeldige of onwaarschijnlijke situaties of hun gevolgen, in de toekomst (NIET in het verleden)
Structuur: If... + past simple (o.v.t.) ..., would/wouldn't + infinitief
Je mag "were" in plaats van "was" gebruiken.
If I won the lottery, I would be happy
If Peter found a million bucks, he would buy a big house
If I were you, I would buy a lottery ticket!
B1+
Type III - denkbeeldige of onmogelijke situaties en hun gevolgen, in het verleden
Structuur: If + past perfect (v.v.t.) ..., would + present perfect (v.t.t.)
If the dinosaurs had not died out, humans would have been dino food
If Germany had won World War II, we would have spoken German now
Opmerkingen:
Nederlanders hebben de neiging om 'would' te gebruiken in het 'if'-gedeelte van de zin. Dat mag eigenlijk nooit!
Een type 0 conditional hoeft niet altijd "if" te gebruiken. "When" kan ook. "If" betekent "indien/zodra" en "when" betekent "wanneer". "Wanneer" heeft meestal met tijd te maken.
When it is four o'clock, I have a Cuppasoup
De twee gedeelten van een voorwaardelijke zin kunnen ook andersom worden gebruikt, maar dan zonder komma.
That tiger will attack you if you walk past it
B2
Mixed Conditional
Een combinatie van de Type II en Type III voorwaardelijke zinnen wordt gebruikt...
...om een denkbeeldige huidige situatie en de gevolgen in de verleden tijd te beschrijven.
Structuur: If... + past simple (v.t.t.),... would/wouldn't + present perfect (v.t.t.)
If I liked that band I would have gone to see them in concert
...om een denkbeeldige situatie in het verleden en de gevolgen in de tegenwoordige tijd te beschrijven.
Structuur: If... + past perfect (v.v.t.), ... would/wouldn't + infinitive
If I'd had breakfast this morning I wouldn't be hungry now
B2+
Andere Voorwaardelijke Structuren
Voorwaardelijke zinnen kunnen ook op andere manieren worden gevormd om specifieke situaties te beschrijven.
Unless = tenzij:
We won't be able to swim unless the swimming pool is open
As long as, providing/provided (that) = alleen als dit gebeurt:
We'll be able to swim as long as the swimming pool is open
Peter will be able to play the game provided (that) his injury heals
Supposing/suppose = stel je voor:
Supposing he came to eat tonight, would we have enough food?
Should/were to/happened to = wanneer iets minder waarschijnlijk is:
If it were to rain tomorrow, what would we do?
If it happened to be cold outside, I would miss my winter coat
I wish/if only + past simple (o.v.t.) = voor denkbeeldige situaties in het heden, maar je zou wensen dat ze anders waren:
I wish I was on the beach right now...
I wish/if only + past perfect (v.v.t.) = voor situaties in het verleden die we graag anders hadden gezien (we hebben spijt):
If only I hadn't spent all my money last weekend, then I would have someting left to buy food now
I wish/if only + would/wouldn't + infinitive = als je het hebt over iemands gedrag dat je wilt bekritiseren en veranderen:
If only he wouldn't smoke so much, then I would be happier
In case = want misschien.
He will buy new swimming trunks in case he wants to swim
C1
C1
C2
C2