GERUND VS INFINITIVE (VERBAAL SUBSTANTIEF VS INFINITIEF)
Bekijk hieronder tot op welk niveau je de uitleg zou moeten bekijken...
|
LINKS Ga naar alle verschillende soorten oefeningen over dit grammatica-onderwerp |
A1
A1
A1+
Hoe Maak je de Gerund
De Gerund is de Engelse term voor het Nederlands "verbaal substantief", oftewel een "substantief" (zelfstandig naamwoord) gemaakt van "verbaal" (werkwoord). In het Engels maak je ze door het present participle van een werkwoord te gebruiken. Als je de precieze regels wilt weten hoe je dat maakt, bekijk de uitleg van de Present Continuous. Je spreek gerund uit als djèh-rund. De infinitief is het hele werkwoord.
walk - walking
fly - flying
Wanneer het werkwoord waarvan je de gerund maakt eindigt op één of meer medeklinkers en een zogenaamd 'stomme' e (die je niet uitspreekt), laat je die e weg.
like - liking
come - coming
save - saving
make - making
Wanneer het werkwoord waarvan je de gerund maakt met de nadruk op de laatste lettergreep (of een werkwoord van één lettergreep) eindigt op een klinker en een medeklinker, moet je de medeklinker verdubbelen (behalve als die medeklinker een w, x of y is).
put - putting
chat - chatting
shop - shopping
prefer - preferring
submit - submitting
vomit - vomiting (geen verdubbeling van de t omdat de klemtoon op de eerste lettergreep ligt)
Wanneer het werkwoord waarvan je de gerund maakt eindigt op één klinker en een l wordt die verdubbeld.
travel - travelling
sail - sailing (geen verdubbeling want twee klinkers voor die laatste l)
Wanneer het werkwoord waarvan je de gerund maakt eindigt op ie moet je die ie eerst in een y veranderen.
die - dying
tie - tying
untie - untying
lie - lying (dit kan zowel liggen and liegen betekenen)
Wanneer Gebruik je de Gerund?
Je gebruikt de gerund na "verbs of liking" (werkwoorden die een gevoel aangeven): love, like, hate en can't stand.
Steve likes cycling
Mary loves reading poetry
Jack hates reading poetry
Richard can't stand hearing the sound of gnats
A2
A2
A2+
A2+
B1
Wanneer Gebruik je de Gerund nog Meer?
Om te beginnen zijn er nog meer werkwoorden die gevoel aangeven. Behalve love, like, hate en can't stand, zijn er ook nog enjoy, (don't) mind en prefer.
Je krijgt de gerund ook bij het werkwoord go als het gaat om fysieke activiteit (go running, swimming, cycling, shopping, fishing, etc.).
Maar ook...
...wanneer je het onderwerp van de zin maakt (de reden: het onderwerp van een zin is altijd een zelfstandig naamwoord of een noun phrase, en dus geen werkwoord),
...na voorzetsels (after, about, en letterlijk teveel andere voorbeelden om op te noemen).
Swimming is good for you
Doing drugs is bad for you
Juliette wanted to know more about making love to Romeo
Pete did his homework after watching an explanation on video
...na werkwoorden die beginnen, einde of doorgaan aangeven: start, begin, give up, quit, finish, stop, go on, keep (on), carry on en continue.
Jack starts working next Monday
Mary begins doing a mathematics course after summer
The police gave up searching for the body after two weeks
John gave up playing football for Olympia
Jacky quit smoking on January 1st last year
My grandmother finally finished knitting that Christmas sweater
After he got a big fine, my brother stopped driving faster than the speed limit
Go on running, Forest!
Carry on living after Brexit
You have to keep on doing your best if you want to achieve anything
Bolt continued breaking world records
Wanneer Moet je per se de Infinitief Gebruiken?
Soms mag je, wat je ook doet, echt geen gerund gebruiken. Je gebruikt dan to met de infinitief.
De infinitief moet je gebruiken bij...
...het uitleggen waarom iemand iets doet,
...direct na bijvoeglijk naamwoorden,
...na bepaalde werkwoorden (want, learn, agree, decide, expect, hope, seem, try, would like, would love en would hate).
Why did he go to the cinema? To watch a movie
It is stupid to cheat during an exam
I expect to graduate before the summer
I would hate to be caught swimming naked
B1+
B1+
B2
Gerunds en Infinitives
Soms mag je kiezen of je het werkwoord als Gerund of als to + Infinitive gebruikt.
Er is GEEN verschil in betekenis na de bij B1 genoemde werkwoorden start, begin, can't bear, can't stand, continue, hate, love en prefer.
I can't stand losing you - I can't stand to lose you
I hate doing chores - I hate to do chores
Er is WEL verschil in betekenis na de werkwoorden stop, remember, forget en like:
Stop - stoppen met iets te doen omdat je iets anders moet of wil doen / Je doet iets en dan stop je daarmee.
I stopped to smell the roses - I stopped talking
Remember - je herinnert je dat je iets moet doen en gaat het dan doen / Je doet iets en herinnert je het later.
John remembered to get chocolates - John remembered getting chocolates
Forget - je doet iets niet wat je wel wilde doen / Je hebt iets gedaan maar je herinnert het je niet meer.
Mary forgot to go to her dancing lessons - Mary forgot kissing that stranger in the pub
Like - je doet iets omdat je het een goed idee vindt / Je doet iets omdat je het leuk vindt.
The athletes like to stretch their muscles before working out / The athletes like going to the gym
B2+
Gerunds en Infinitives
Er zijn nog meer werkwoorden waarna je altijd de Gerund hoort te gebruiken: admit, avoid, consider, deny, face, feel like, include, practice, recommend, risk, suggest en take up. Dit is ook het geval bij bepaalde zegswijzen: it's worth, it's no good, it's no use, can't help (let op: alleen help = to + infinitief), to be busy en to have difficulty.
He admitted hiding the evidence
You might want to deny cheating on your exams
Mary considered quitting ballet lessons
It's worth working hard if you want to get a raise
Er zijn nog meer werkwoorden waarna je altijd to + infinitive hoort te gebruiken: Niet alleen de eerdere genoemde werkwoorden want, learn, agree, decide, expect, hope, seem, try, would like, would love en would hate, maar ook afford, appear, arrange, fail, happen, help, hope, manage, pretend, promise, refuse, volunteer en wait.
Pete couldn't afford to buy that guitar
Alice pretended to like the Mad Hatter
Mary volunteered to help the orphans
I always help to clean the plastic soup
Program en format krijgen, wanneer je er een gerund van maakt, medeklinker-verdubbeling alhoewel ze geen nadruk op de laatste lettergreep hebben (wat bij A1+ werd gezegd).
format - formatting
program - programming
Wanneer het werkwoord waarvan je de gerund maakt eindigt op een c krijgt je daar een extra k na.
panic - panicking
picnic - picnicking
mimic - mimicking
Soms zie je versies van werkwoorden die eindigen op een 'stomme' e waar die niet verdwijnt of wel verdwijnt, zoals bij age - ageing/aging (=ouder worden). Over het algemeen geldt hier dat de eerste spelling (ageing) de Britse is, de laatste (aging) de Amerikaanse/Canadese.
Soms mag je kiezen of je het werkwoord als Gerund of als to + Infinitive gebruikt, vrijwel zonder verschil. Dat is niet alleen bij na de werkwoorden start, begin, can't bear, can't stand, continue, hate, love en prefer, maar ook bij bother.
Peter never bothers to clean up after himself - Peter never bothers cleaning up after himself
En er zijn ook nog een aantal werkwoorden waarna het gebruik van Gerund of to + infinitive wel een betekenisverschil veroorzaakt. Dit is ook nog het geval bij try, mean en go.
Try - je probeert iets voor elkaar te krijgen / Je doet iets bij wijze van experiment.
I am trying to replace my iPhone battery myself - I tried putting my schoolbook under my pillow to study during sleeping
Mean - Je bent van plan iets te doen / Je moet iets doen bij deze actie.
John meant to do the chores, but then he forgot - Passing your exams means studying hard enough
Go - Je stopt met een bepaalde activiteit, onderwerp of discussie, en start een andere / Je gaat door met een fysieke activiteit.
After finishing the website, he went on to do some server maintenance - The next day he woke up and went on trying to break the world record of alphabet burping
Werkwoord Gevolgd door een (Lijdend) Voorwerp
Na de volgende werkwoorden krijg je de Gerund wanneer ze worden gevolgd door een (Lijdend) Voorwerp: catch, feel, find, notice, see en watch.
Carol caught Sam kissing another girl
The drunkard felt his stomach telling him to throw up
John found his best friend sleeping with his wife
Peter noticed his dog peeing on the carpet
The audience saw the trucks crashing against each other
We watched the glass vase shattering into a thousand pieces
Na de volgende werkwoorden krijg je to + infinitive wanneer ze worden gevolgd door een (Lijdend) Voorwerp: advise, allow, ask, authorise, beg, choose, encourage, force, help, hire, inspire, invite, need, order, persuade (also get when it means persuade), pick, remind, send, teach, tell, want en warn.
She advised them to do their homework
The Pope allowed his cardinals to vote
They asked his father to give the permission
The administrator authorised his boss to track him
He begged his girlfriend to marry him
The North Koreans chose to follow their Great Leader
Teachers often encourage their students to think for themselves
Darth Vader forced the Rebel to kill himself
Bill helped the world to work with computers comfortably
Steve hired people to help him
Jimi Hendrix inspired him to pick up the guitar
Peter invited his mom to come and have dinner
The teacher needed his students to hand in their work on time
Mary ordered her children to do the washing up
His wife persuaded the shopkeeper to give away the dress for free
His wife got the shopkeeper to give away the dress for free
The PE teacher picked his favourite student to lead the team
Jake reminded his father to help him move house
Julia sent her daughter to help with the interior design of the house
Mr Karsmakers taught the students to pronounce their English properly
Mr de Vink told the students to visit the "Let's Grow" site
The manager wanted his employees to work very hard
Na de volgende werkwoorden krijg je infinitive (zonder "to" ervoor!) wanneer ze worden gevolgd door een (Lijdend) Voorwerp: feel, hear, let, make, overhear, see and watch
He feels the tarantula crawl up his leg
The mother heard the baby cry all night
They let him do it
The father made her smile with a cool joke
The captain saw the iceberg hit the ship
The mother watched the criminal kidnap her daughter
Na hear of overhear krijg je de Gerund of infinitive (zonder "to" ervoor!) wanneer het wordt gevolgd door een (Lijdend) Voorwerp.
Romeo overheard his parents talking about Christmas presents - Romeo overheard his parents talk about Christmas presents
Dit lijkt erg veel om allemaal uit je hoofd te leren, maar als je veel Engels leest en luistert gebeurt dat bijna vanzelf!
C1
C1
C2
C2