INDIRECT QUESTIONS (INDIRECTE VRAGEN)


Bekijk hieronder tot op welk niveau je de uitleg zou moeten bekijken...

Als je op begin brugklas niveau zit: bekijk t/m A1
Als je op 1HM niveau zit: bekijk t/m A1+
Als je op 2M of 1AH niveau zit: bekijk t/m A2
Als je op 2HM niveau zit: bekijk t/m A2+
Als je op 2AH, 3M, 3H of 4M niveau zit: bekijk t/m B1
Als je op 3A niveau zit: bekijk t/m B1+
Als je op 4H, 4A of 5H niveau zit: bekijk t/m B2
Als je op 5A niveau zit: bekijk t/m B2+
Als je op 6A niveau zit: bekijk t/m C1
Als je ook boven 6A niveau wilt zien: bekijk t/m C2

LINKS

Ga naar alle verschillende soorten oefeningen over dit grammatica-onderwerp

A1


A1

A1+


A1+

A2


A2

A2+


A2+

B1


B1

B1+


B1+

B2


Door middel van indirecte vragen is het mogelijk in formele situaties vragen te stellen. Deze structuur kan ook worden gebruikt om een grote gunst te vragen aan iemand die je goed kent.
In vragen staat normaalgesproken het werkwoord vóór het onderwerp, maar in het tweede gedeelte van een indirecte vraag NIET. Er hoort een vraagteken achter het geheel wanneer het eerste gedeelte een vraag is. Als er geen vragend voornaamwoord wordt gebruikt (what, how, when, etc.) gebruik je in plaats daarvan if of whether.
In de voorbeeldzinnen zijn de twee gedeelten van de indirecte vraag gescheiden door "..." (in het echt hoeft dat niet).

Have you got any idea...what time he's coming? (eerste helft is een vraag, dus een vraagteken aan het eind; 's in het tweede gedeelte volgt op het onderwerp; vragend voornaamwoord what, dus geen if/whether)
I'd like to know...whether you agree (eerste helft is geen vraag, dus geen vraagteken aan het eind; agree in het tweede gedeelte volgt op het onderwerp; geen vragend voornaamwoord dus if/whether)
I wonder...what you prefer (eerste helft is geen vraag, dus geen vraagteken aan het eind; prefer in het tweede gedeelte volgt op het onderwerp; vragend voornaamwoord what, dus geen if/whether)
Do you know...if they won? (eerste helft is een vraag, dus een vraagteken aan het eind; won in het tweede gedeelte volgt op het onderwerp; vragend voornaamwoord if, dus geen if/whether)
I was wondering...if I could take the car tonight (eerste helft is geen vraag, dus geen vraagteken aan het eind; could in het tweede gedeelte volgt op het onderwerp; geen vragend voornaamwoord, dus if/whether)

B2+


B2+

C1


C1

C2


C2

27-12-2020 - 30-01-2021