Sommige onderdelen horen op een lager niveau dan waar je mogelijk al zit bekend te zijn (b.v. onregelmatige werkwoorden). Oefen dus gerust op lagere niveaus met onderwerpen waar je moeite mee hebt.
Als een oefening voor jouw niveau niet beschikbaar is, oefen dan op het dichtst bijzijnde lagere niveau (b.v. B1 i.p.v. B1+).
Kies uit de beschikbare onderwerpen:

 

ONDERWERPMANIER VAN OEFENENBESCHIKBAAR VANAF NIVEAUTHEORIE
Articles (Lidwoorden)Kies het juiste lidwoord (a/an)A1 (73 oefeningen)Bekijk theorie
Cardinal Numbers (Hoofdtelwoorden)Typ het Engelse getal (in letters) van het gegeven cijferA1 (36 oefeningen)Bekijk theorie
Days of the Week (Dagen van de Week)Geef de juiste dag van de weekA1 (18 oefeningen)Bekijk theorie
Reading the Clock (Klokkijken)Typ de juiste tijd in bij de klokA1 (50 oefeningen)Bekijk theorie

 


Terug naar het Hoofdmenu

GRAMMATICA THEORIE

Hieronder staat alle grammatica theorie van klas 1 t/m 6 Atheneum. Per onderdeel staat de theorie gerangschikt op niveau, zodat je altijd kunt zien wat je zou moeten weten.
Kies uit de beschikbare onderwerpen:

 

SUBJECT        ONDERWERP
Months of the Year        Maanden van het Jaar
Conditional Sentences        Voorwaardelijke Zinnen
Gerund vs Infinitive        Verbaal Substantief vs Infinitief
Concurrence        Overeenstemming
Reading the Clock        Klokkijken
Present Continuous        Duurvorm in de Tegenwoordige Tijd
Present Simple        Onvoltooid Tegenwoordige Tijd
Present Perfect        Voltooid Tegenwoordige Tijd
Present Perfect Continuous        Duurvorm in de Voltooid Tegenwoordige Tijd
Past Simple        Onvoltooid Verleden Tijd
Past Continuous        Duurvorm in the Verleden Tijd
Past Perfect Continuous        Duurvorm in de Voltooid Verleden Tijd
Past Perfect        Voltooid Verleden Tijd
Question Words        Vragend Voornaamwoorden
Countries and Nationalities        Landen en Nationaliteiten
Suffixes        Achtervoegsels
Apostrophe        Apostrof
Nouns of Assemblage        Verzamelwoorden
Causatives        Causatieven
Of vs Off        Of en Off
Phrasal Verbs        Combinatiewerkwoorden
Prepositions        Voorzetsels
Sentence Order        Zinsvolgorde
C vs S        C en S
-ed vs -ing        -ed en -ing
There vs There Are        Er en Er Zijn
Imperative        Gebiedende Wijs
Than vs Then        Than en Then
To vs Too        To en Too
Intensifiers        Versterkers
Confusing Words/Pitfalls        Verwarrende Woorden/Valkuilen
Conjunctions        Voegwoorden
Used To        Vroeger, maar Nu niet Meer
Passive        Lijdende Vorm
Reported Speech        Indirecte Rede
Adjectives and Adverbs        Bijvoeglijk Naamwoorden en Bijwoorden
Irregular Verbs        Onregelmatige Werkwoorden
Articles        Lidwoorden
Question Tags        Aangeplakte Vragen
Comparisons        Trappen van Vergelijking
Subject vs Object Pronouns        Persoonlijk Voornaamwoorden
Present Simple, Past Simple, Present Perfect        OTT,OVT,VTT
Negative Sentences        Ontkennende zinnen
Question Sentences        Vraagzinnen
Future        Toekomende Tijd
Auxiliaries        Hulpwerkwoorden
Quantifiers        Woorden die Hoeveelheden Aangeven
To have        Werkwoord Hebben in de Tegenwoordige Tijd
To be        Werkwoord Zijn in de Tegenwoordige Tijd
To have        Werkwoord Hebben in de Tegenwoordige en Verleden Tijd
To be        Werkwoord Zijn in de Tegenwoordige en Verleden Tijd
Possessive Pronouns        Bezittelijk Voornaamwoorden
Negative Sentences with To Be        Ontkenningen met het Werkwoord Zijn
Ordinal Numbers        Rangtelwoorden
Relative Clauses        Betrekkelijke Bijzinnen
Days of the Week        Dagen van de Week
Plurals        Meervouden
Questions with To Be and Have Got        Vragen met Hebben en Zijn
Cardinal Numbers        Hoofdtelwoorden
Demonstrative Pronouns        Aanwijzend Voornaamwoorden
Capitalisation        Hoofdlettergebruik
False Friends        Valse Vrienden
Have Done        Laten Doen
Quantity Nouns        Zelfstandig Naamwoorden die Hoeveelheid Aangeven
People and You        Men
Prefixes        Voorvoegsels
Reflexive Pronouns        Wederkerende Voornaamwoorden
ei vs ie        ei en ie
Indirect Questions        Indirecte Vragen
Ellipsis        Weglating
Inversion        Inversie
Participle Clauses        Bijzinnen met Deelwoorden
Concord        Congruentie
Subjunctive        Aanvoegende Wijs
Proverbs        Gezegden
Punctuation        Interpunctie
Animals        Dieren
Very        Overgebruik van Very
To Do        Het Werkwoord Doen
* (nog) geen oefeningen, alleen theorie

 

Terug naar het Hoofdmenu