ONDERWERP | MANIER VAN OEFENEN | BESCHIKBAAR VANAF NIVEAU | THEORIE |
-ed vs -ing (-ed en -ing) | Kies de juiste vorm, eindigend op -ed of -ing | A2+ (20 oefeningen) | Bekijk theorie |
Adjectives and Adverbs (Bijvoeglijk Naamwoorden en Bijwoorden) | Zet het bijwoord de juiste plek in de zin | A1+ (22 oefeningen) | Bekijk theorie |
Adjectives and Adverbs (Bijvoeglijk Naamwoorden en Bijwoorden) | Geef aan over welk woord het bijvoeglijk naamwoord of bijwoord iets zegt | A1+ (33 oefeningen) | Bekijk theorie |
Adjectives and Adverbs (Bijvoeglijk Naamwoorden en Bijwoorden) | De juiste kiezen en maken | A1+ (42 oefeningen) | Bekijk theorie |
Adjectives and Adverbs (Bijvoeglijk Naamwoorden en Bijwoorden) | De juiste kiezen | A1+ (39 oefeningen) | Bekijk theorie |
Animals (Dieren) | Typ de naam voor een mannelijk, vrouwelijk of jong dier | A2+ (233 oefeningen) | Bekijk theorie |
Articles (Lidwoorden) | Kies het juiste lidwoord (a/an) | A1 (73 oefeningen) | Bekijk theorie |
Auxiliaries (Hulpwerkwoorden) | Vul het juiste hulpwerkwoord in, gebaseerd op het Nederlandse woord in de opdracht | A1+ (13 oefeningen) | Bekijk theorie |
Auxiliaries (Hulpwerkwoorden) | Vul het juiste hulpwerkwoord in, gebaseerd op het Nederlandse woord in de opdracht | A2 (18 oefeningen) | Bekijk theorie |
Auxiliaries (Hulpwerkwoorden) | Vul de juiste vorm van de hulpwerkwoorden kunnen/mogen/moeten uit | A2+ (14 oefeningen) | Bekijk theorie |
Cardinal Numbers (Hoofdtelwoorden) | Typ het Engelse getal (in letters) van het gegeven cijfer | A1 (36 oefeningen) | Bekijk theorie |
Comparisons (Trappen van Vergelijking) | De vergrotende en overtreffende trap van de gegeven vorm maken | A1+ (51 oefeningen) | Bekijk theorie |
Comparisons (Trappen van Vergelijking) | Vul de juiste vorm van een trap van vergelijking in, passend in de context | A1+ (30 oefeningen) | Bekijk theorie |
Comparisons (Trappen van Vergelijking) | De vergrotende en overtreffende trap van de gegeven vorm maken | A2+ (76 oefeningen) | Bekijk theorie |
Comparisons (Trappen van Vergelijking) | Vul de juiste vorm van een trap van vergelijking in, passend in de context | A2+ (54 oefeningen) | Bekijk theorie |
Conditional Sentences (Voorwaardelijke Zinnen) | Maak de zin af met het aangegeven type voorwaardelijke bijzin | A2+ (32 oefeningen) | Bekijk theorie |
Confusing Words/Pitfalls (Verwarrende Woorden/Valkuilen) | Kies het juiste woord | A1+ (89 oefeningen) | Bekijk theorie |
Confusing Words/Pitfalls (Verwarrende Woorden/Valkuilen) | Kies het juiste woord | A2 (174 oefeningen) | Bekijk theorie |
Contractions (Samentrekkingen) | Maak een goede samentrekking van woorden | A2 (21 oefeningen) | Geen theorie |
Contractions (Samentrekkingen) | Schrijf de volgende samentrekkingen helemaal uit | A2 (14 oefeningen) | Geen theorie |
Days of the Week (Dagen van de Week) | Geef de juiste dag van de week | A1 (18 oefeningen) | Bekijk theorie |
Demonstrative Pronouns (Aanwijzend Voornaamwoorden) | Typ het juiste aanwijzend voornaamwoord | A1+ (21 oefeningen) | Bekijk theorie |
Future (Toekomende Tijd) | Maak de juiste Toekomende Tijd met "Going to" | A1+ (15 oefeningen) | Bekijk theorie |
Future (Toekomende Tijd) | Vul de juiste vorm van de toekomende tijd in | A2 (23 oefeningen) | Bekijk theorie |
Gerund vs Infinitive (Verbaal Substantief vs Infinitief) | Maak de juiste versie van het verbaal substantief | A1+ (23 oefeningen) | Bekijk theorie |
Irregular Verbs (Onregelmatige Werkwoorden) | De drie Engelse vormen geven | A1+ (116 oefeningen) | Bekijk theorie |
Irregular Verbs (Onregelmatige Werkwoorden) | De missende andere tijden en Nederlandse vertaling invullen | A2+ (347 oefeningen) | Bekijk theorie |
Months of the Year (Maanden van het jaar) | Typ de vertaling van de Nederlandse maanden in | A1+ (12 oefeningen) | Geen theorie |
Months of the Year (Maanden van het jaar) | Typ de juiste maand in, gebaseerd op een beschrijving | A1+ (12 oefeningen) | Geen theorie |
Negative Sentences (Ontkennende zinnen) | Maak een ontkennende zin van een bevestigende zin in de onvoltooid tegenwoordige tijd | A1+ (26 oefeningen) | Bekijk theorie |
Negative Sentences (Ontkennende zinnen) | Maak een ontkennende zin van een bevestigende zin in de onvoltooid verleden tijd | A1+ (20 oefeningen) | Bekijk theorie |
Negative Sentences (Ontkennende zinnen) | Maak een ontkennende zin van een bevestigende zin in de voltooid tegenwoordige tijd | A2 (22 oefeningen) | Bekijk theorie |
Negative Sentences with To Be (Ontkenningen met het Werkwoord Zijn) | Vul de juiste ontkenning in, gebruik makend van het werkwoord "zijn" | A1+ (21 oefeningen) | Bekijk theorie |
Ordinal Numbers (Rangtelwoorden) | Geef het juiste rangtelwoord behorende bij het getal | A2 (33 oefeningen) | Bekijk theorie |
Passive (Lijdende Vorm) | Passive herkennen | A2 (42 oefeningen) | Bekijk theorie |
Past Continuous (Duurvorm in the Verleden Tijd) | Vul de juiste vorm van de Duurvorm in de Verleden Tijd in | A2 (23 oefeningen) | Bekijk theorie |
Past Simple (Onvoltooid Verleden Tijd) | Vul de juiste vorm van de Onvoltooid Verleden Tijd in | A1+ (18 oefeningen) | Bekijk theorie |
Past Simple (Onvoltooid Verleden Tijd) | Vul de juiste vorm van de Onvoltooid Verleden Tijd in | A2 (21 oefeningen) | Bekijk theorie |
Phrasal Verbs (Combinatiewerkwoorden) | Typ het juiste voorzetsel bij het combinatiewerkwoord | A2 (27 oefeningen) | Bekijk theorie |
Plurals (Meervouden) | Maak het juiste meervoud van het enkelvoud | A1+ (35 oefeningen) | Bekijk theorie |
Plurals (Meervouden) | Maak het juiste meervoud van het enkelvoud | A2 (74 oefeningen) | Bekijk theorie |
Possessive Pronouns (Bezittelijk Voornaamwoorden) | Vul de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord in | A1+ (31 oefeningen) | Bekijk theorie |
Possessive Pronouns (Bezittelijk Voornaamwoorden) | Geef op de juiste wijze bezit aan | A2+ (48 oefeningen) | Bekijk theorie |
Prepositions (Voorzetsels) | Vertaal het voorzetsel van Nederlands naar Engels | A1+ (15 oefeningen) | Bekijk theorie |
Prepositions (Voorzetsels) | Vul het juiste voorzetsel in de zin in | A1+ (9 oefeningen) | Bekijk theorie |
Present Continuous (Duurvorm in de Tegenwoordige Tijd) | Vul de juiste vorm van het gegeven werkwoord in, in de duurvorm in de tegenwoordige tijd | A1+ (34 oefeningen) | Bekijk theorie |
Present Perfect (Voltooid Tegenwoordige Tijd) | Vul de juiste vorm van de Voltooid Tegenwoordig Tijd in | A1+ (14 oefeningen) | Bekijk theorie |
Present Perfect (Voltooid Tegenwoordige Tijd) | Vul de juiste vorm van de Voltooid Tegenwoordige Tijd in, of "-" indien die werkwoordstijd hier niet mag | A2 (24 oefeningen) | Bekijk theorie |
Present Simple (Onvoltooid Tegenwoordige Tijd) | Vul de juiste vorm van het gegeven werkwoord in, in de onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) | A1+ (42 oefeningen) | Bekijk theorie |
Quantifiers (Woorden die Hoeveelheden Aangeven) | Vul de juiste quantifier in (weinig keuze) | A1+ (19 oefeningen) | Bekijk theorie |
Question Sentences (Vraagzinnen) | Maak een vraagzin van een bevestigende zin in de onvoltooid tegenwoordige tijd | A1+ (26 oefeningen) | Bekijk theorie |
Question Sentences (Vraagzinnen) | Maak een vraagzin van een bevestigende zin in de onvoltooid verleden tijd | A1+ (20 oefeningen) | Bekijk theorie |
Question Sentences (Vraagzinnen) | Maak een vraagzin van een bevestigende zin in de voltooid tegenwoordige tijd | A2 (22 oefeningen) | Bekijk theorie |
Question Tags (Aangeplakte Vragen) | Maak een juiste question tag horend bij de zin | A2+ (12 oefeningen) | Bekijk theorie |
Question Words (Vragend Voornaamwoorden) | Type het juiste vragend voornaamwoord | A1+ (39 oefeningen) | Bekijk theorie |
Questions with To Be and Have Got (Vragen met Hebben en Zijn) | Maak de juiste vragende zin op basis van de gegeven zin | A1+ (14 oefeningen) | Bekijk theorie |
Reading the Clock (Klokkijken) | Typ de juiste tijd in bij de klok | A1 (50 oefeningen) | Bekijk theorie |
Relative Clauses (Betrekkelijke Bijzinnen) | Typ *alle* betrekkelijke voornaamwoorden die kunnen (weinig keuze) | A2+ (21 oefeningen) | Bekijk theorie |
Subject vs Object Pronouns (Persoonlijk Voornaamwoorden) | De juiste invullen | A1+ (10 oefeningen) | Bekijk theorie |
To be (Werkwoord Zijn in de Tegenwoordige en Verleden Tijd) | Vul de juiste vorm van het werkwoord "zijn" in (niet samentrekken) | A1+ (11 oefeningen) | Bekijk theorie |
To be (Werkwoord Zijn in de Tegenwoordige Tijd) | Vul de juiste vorm van het werkwoord "zijn" in (niet samentrekken) | A1+ (12 oefeningen) | Bekijk theorie |
To Do (Het Werkwoord Doen) | Typ de juiste versie van het werkwoord "to do" | A1+ (26 oefeningen) | Bekijk theorie |
To have (Werkwoord Hebben in de Tegenwoordige en Verleden Tijd) | Vul de juiste vorm van het werkwoord "hebben" in (niet samentrekken) | A1+ (12 oefeningen) | Bekijk theorie |
To have (Werkwoord Hebben in de Tegenwoordige Tijd) | Vul de juiste vorm van het werkwoord "hebben" in (niet samentrekken) | A1+ (12 oefeningen) | Bekijk theorie |